Afgelopen woensdag keurde de Commissie Grondwet mijn wetsontwerp goed dat de samenstelling van de hoofdbureaus bij de verkiezingen van 9 juni vergemakkelijkt.
De voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg treden meestal op als voorzitters van de hoofdbureaus bij de verkiezingen. Zij moeten ook bijzitters en secretarissen aanstellen. Op basis van de huidige wetgeving moeten die bijzitters en secretarissen worden aangewezen onder de kiezers uit de kieskring of provincie.
Een aantal voorzitters wees er echter op dat de leden van hun griffie, die ook zullen meewerken aan de verrichtingen van de hoofdbureaus, soms in andere kieskringen of provincies wonen. De voorzitters kunnen die leden derhalve niet aanwijzen om te helpen bij het goed verloop van de hoofdbureaus.
Om ervoor te zorgen dat het werk van de hoofdbureaus vlot verloopt, bepaalt het goedgekeurde wetsontwerp dat de bijzitters en secretarissen van de hoofdbureaus bij voorkeur kiezers van de kieskring of provincie zijn. Het belangrijkste is dus dat het kiezers zijn, maar ze moeten niet noodzakelijk uit de kieskring afkomstig zijn. Dit zal de organisatie van de verkiezingen vergemakkelijken en het dus mogelijk maken dat voorzitters een beroep kunnen doen op griffie-leden, ook al wonen die in een andere kieskring of provincie.
Een zelfde versoepeling wordt verankerd voor de stembureaus en telbureaus. Hoewel het voor die bureaus waarschijnlijk geen probleem oplevert, hebben we zo toch een redmiddel indien nodig!
Het is mijn taak als minister van Binnenlandse Zaken om in te staan voor het “ordentelijk verloop van de verkiezingen”, zoals dat dan heet. Dit wetsontwerp zal daartoe bijdragen.