Op het internet circuleert heel wat beeldmateriaal van misbruik van kinderen. Europa is jammer genoeg een belangrijke virtuele opslagplaats geworden van verboden beeld- en videomateriaal. Dit komt onder meer omdat Europa zorgvuldig werk heeft gemaakt van een strenge regelgeving die de privacy beschermt en waarborgt.
Privacy is evident een belangrijk goed, maar in de strijd tegen misbruik van kinderen zien we dat deze regelgeving ons ervan weerhoudt om nog meer en beter de strijd te kunnen voeren tegen deze wanpraktijken.
Vorige week bereikten we als Voorzitter van de Raad van de Europese Unie een akkoord dat providers, zoals internetaanbieders en sociale mediaplatformen, toelaat om vrijwillig gegevens te delen met politie en justitie, zonder dat ze daarbij de Europese privacyregels overtreden.
Dit is uiteraard een belangrijke stap in de strijd, maar onze ambitie moet verder reiken. Dit betekent dan ook dat we verder moeten evolueren naar regelgeving die de providers verplicht om gegevens te delen. Vanuit ons Voorzitterschap steunen we daarom een wetsvoorstel van de Europese Commissie. Dit betekent een bindende regelgeving die ervoor moet zorgen dat we het misbruik van kinderen op het internet echt aan banden kunnen leggen. Deze regelgeving kan, naast het verplicht rapporteren van feiten aan de bevoegde diensten door providers en het verwijderen van content en blokkeren van internetadressen, ook toelaten om detectietechnologie te gebruiken om zo nog sneller criminele netwerken en activiteiten bloot te kunnen leggen.
Tijdens ons Belgisch Voorzitterschap zal ik er alles aan doen om dit voorstel mee te verdedigen. We moeten alles in het werk stellen om onze kinderen een veilige omgeving te bieden, zowel in de ‘offline-wereld’ als in de ‘online-wereld’.