Maandagochtend is een echtgenoot gestorven, een vader, een zoon, een broer, een vriend, een dierbare collega. Dit terwijl Jonathan S. van de Speciale Eenheden van de Federale Politie zich op de meest heldhaftige manier voor onze veiligheid inzette.
Twee andere collega’s van de Speciale Eenheden raakten ernstig gewond. Mijn medeleven gaat uit naar de nabestaanden, de familie en vrienden van de slachtoffers en naar de politiefamilie. Overal in het land hielden de politiediensten donderdag een minuut stilte. Een moment van groot verdriet, maar tegelijkertijd ook een moment van troost, steun en solidariteit. Mijn gedachten zijn bij de families en bij de leden van de Speciale Eenheden.
Sinds maandag luister ik naar de vele betrokkenen en ook op donderdag, na de minuut stilte die nationaal werd gehouden, heb ik geluisterd naar de politiemensen en heb ik gesproken met leidinggevenden. Ze zijn dankbaar voor het medeleven en blijken van solidariteit, maar tegelijk ook bezorgd over bepaalde veronderstellingen die worden geponeerd in de pers. Wat ik hoor is dat er bij de Speciale Eenheden geen compromissen worden gesloten op vlak van veiligheid en ik heb vertrouwen in de leidinggevenden die instaan voor de uitvoering en de organisatie van de operaties van de Speciale Eenheden.
Zaterdag zullen we Jonathan begeleiden op zijn laatste reis. We moeten schouder aan schouder staan met de nabestaanden, de slachtoffers en met de hele politiefamilie. Uit respect, en ook om dat respect te tonen aan alle politiemensen die zich ook nu, op dit eigenste moment, inzetten voor onze veiligheid.
De dagelijkse veiligheidsrealiteit in ons land, zoals de terroristische dreigingen en de strijd tegen de internationale georganiseerde criminaliteit, verplicht ons om bijkomend en blijvend te investeren in veiligheid. Dat hebben we deze legislatuur gedaan, het zal aan de volgende federale regering zijn om de ingeslagen weg te blijven volgen. Het garanderen van de veiligheid is een kerntaak van de overheid, waarop niet kan en mag worden ingeboet.