De Commissie Binnenlandse Zaken keurde op 24 april de nieuwe wet tot regeling van de private opsporing goed! De wet zal op 7 mei worden gestemd in het parlement.
Het vroegere wettelijk kader, dat dateert van 1991 en verouderd is, wordt met deze wet grondig geactualiseerd. Het opstellen van de wet kende een grondig en lang voortraject, met o.a. het verzamelen van alle vereiste adviezen en intens overleg met de betrokken partners. Het was dan ook een huzarenstuk om de verschillende visies op één lijn te krijgen. Vorige regeringen beten daar hun tanden op stuk.
Deze wet markeert een ambitieus keerpunt in de geschiedenis van privédetectives, waarbij de huidige wetgeving wordt gemoderniseerd en aangepast aan de uitdagingen én mogelijkheden van de 21ste eeuw.
Zo voorziet de nieuwe wet in de nodige kwaliteitsnormen voor privédetectives, zoals o.a. vereisten voor opleiding en betrouwbaarheid. Ook wordt het evenwicht met de publieke opsporing hersteld. Activiteiten van politiediensten zijn immers vervat in een strikt reglementair kader, met een permanent overheidstoezicht. De nieuwe wet voorziet daarom ook in een controlemogelijkheid door de overheid op de activiteiten van privédetectives. Op die manier wordt de naleving van de toepasselijke regelgeving gewaarborgd en worden burgers beschermd tegen misbruik.
Het beroep van privédetective wordt met deze nieuwe wet sterk verankerd in het veiligheidslandschap.